Een student is geïnterviewd over zijn persoonlijke ervaring. Leeftijdsgenoten luisteren naar het interview en vertellen het na. Student (24) vertelt hoe hij in coma raakte na drugsgebruik.
Student: Ook hield ik ook altijd bij hoeveel ik nam binnen een uur, of nou ja, dat ik niet binnen een uur nog een keer nam, zeg maar.
Interviewer: Hoe houd je dat bij?
Student: Gewoon tijd, soms wekker zetten of stopwatch, dat deed ik voornamelijk en ik was in dat opzicht was ik ook altijd een beetje de papa binnen de groep. Vaak daarbij het was van: Jurre houdt de tijd bij, dus aan Jurre vraag ik of ik bij mag nemen. Dus nou ja, vaak had je dat iemand na een kwartier was van: mag ik alweer? Nou ja, nee, want het was een pas een kwartier voorbij. Je moet even gaan doen, dus ik was altijd een beetje degene die ook heel erg aan het opletten was. Wat ik weet van de verhalen, is dat ik naar Amsterdam ben gegaan. Daar ben ik met, daar ben ik van een station, dus heb ik een OV-fiets gepakt. Ben ik samen met Tim, die jongen waarmee ik was, zijn wij richting dat terrein gaan fietsen? En dat was ja een behoorlijke afstand. En nou ja, toen waren we daar, toen hebben we een biertje of twee gedronken. Zijn we nog effen een frietje gaan eten, want we dachten..
Interviewer: Weet je dat allemaal niet meer of dat?
Student: Nee dat weet ik allemaal niet meer. Dit heeft Tim mij verteld, want dat was het hele idee. We moeten ook wel een beetje een goede bodem hebben.
Student: Wat had je bij je? Weet je, dat is dat?
Student: Ja, ik had één gram 4-MMC mee, één gram MDMA, maar het was nooit de bedoeling geweest om dat op te gaan maken. Zeg maar, dat was voor, volgens mij had ik nog iets staan, ergens later in de, in de maand of zo of die maand erop. Dus nee, dat, want dat deed ik altijd goed. Ik kon altijd mijn eigen grens aanhouden.
Interviewer: Maar dat is wel opgegaan?
Student: Nee, ook niet, nee.
Interviewer: Kan je kan je verder nog resoneren van wat er aan jou verteld is?
Student: Ja, dus nou ja, Tim zei van ‘Joh als jij zo ver weg was geweest, had ik je nooit op de fiets laten stappen, maar jij moest die trein halen, dus jij ging’. En ik heb onderweg naar het station. Toen, maar dat was dus 30 minuten fietsen, heb ik dus wel Anne gebeld dat ik me, volgens haar nou ja, niet zo heel lekker voelde of zo, maar dat ik wel en dat ik op dat moment bij een bus was bus stop was gestopt om vervolgens weer door te fietsen. Maar ik moest wel tempo houden en toen kwam ik bij het, bij de trein en toen had ik die trein gehaald en ,van wat ik toen begreep ben ik in een, in de trein ben ik een beetje in elkaar gaan zakken en toen is een andere een jongen in de trein, die is naar mij toegekomen. Ja, die had dus door dat het niet goed met me ging. Hij kwam zelf ook van ADE en toen bleek dat ik mijn handen en mijn polsen helemaal blauw had geslagen, aan de de, de stoel of aan de bank waar ik op zat en omdat mijn hoofd helemaal paars was, dat dat het soort exotisme leek waarbij er iets uit moest, maar er maar niet uitkwam. En toen heeft Anna mij geknuffeld daardoor werd ik wel een beetje rustig, maar het was nog steeds. Ja, wel, toen en toen hebben ze me op een brancard willen leggen en ondertussen werd ik dus naar het ziekenhuis gebracht en daar kwam ik binnen met een lichaamstemperatuur van 43, 44 graden en ik weet niet meer en met multi-orgaan falen en dat, ja, ik weet dan niet of ik nou in coma ben gebracht of ik dat ik zelf in coma ben ben ben terechtgekomen. Ja, toen, ik weet het, mijn nierfunctie was op nul, mijn leven en darmen waren ook op nul. Volgens mij. En toen, ja, sinds vanaf dat moment gaat allemaal een beetje snel. Ik weet in ieder geval dat. Nou ja, dat elke dag kreeg Anna ongeveer te horen dat dat het, dat ze niet konden beloven dat ik het einde van de dag zou halen en dat die kans eigenlijk het grootste was. En toen, drie of vier dagen, begon ik te reageren op de, op de manier dat ze wilde dat ik ging reageren.
Interviewer: Wanneer ben jij gaan denken ‘Wat heb ik in godsnaam gedaan? Wat is dit?’
Student: Nou toen ik naar de normale afdeling ben gegaan, sloeg het op een gegeven moment heel erg in dat ik me heel erg schuldig voelde, voornamelijk tegenover mijn omgeving, tegenover mijn ouders, Anne, dat ik ze allemaal hierdoorheen heb moeten trekken en dat het wel echt voor mijn gevoel echt mijn schuld was. En daar, toen heb ik wel echt in tranen gezeten toen ik dat met haar besprak, en toen kwam dat wel allemaal wel heel erg binnen van ‘Joh waarom lig ik hier eigenlijk?’ En heel eerlijk, toen, ik heb ook wel eens een keertje gelezen van iemand die in het ziekenhuis was beland of iemand was overleden door XTC of MDMA maar dat ik dan dacht van ja, maar die heeft zichzelf er niet goed op ingelezen dat is dat is hun, dat is ja hun eigen fout geweest, dat ze niet beter over na hebben gedacht.
Hij is gestopt met gebruiken, maar voelt zich soms buitengesloten door zijn vrienden.